Levensgebeurtenissen, -rituelen en registratie

terug naar de bronnen in thema’s

Familiegeschiedenis en de registers van de parochies en van de burgerlijke stand

Genealogie en registers

ROELSTRAETE, J., ‘De parochieregisters onmisbare bron voor iedere genealogie‘, Vlaamse Stam (2002).

Familiegeschiedenis over de parochiale registers.

Bibliografie

Leijssen, L., Cloet, M. & Dobbelaere, K. (red.) (1996), Levensrituelen. Geboorte en doopsel.  (Zie deel 2 Kerkhistorische en volkskundige benadering in 5 hoofdstukken pp. 55-146)

Dobbelaere, K., Cloet, M. & Leijssen, L. (red.) (1991), Levensrituelen. Het Vormsel

De doop-, trouw- en begrafenisboeken of de parochiale registers.

Het bijhouden van de doop-, trouw- en begrafenisboeken door de parochiepriesters was door het Concilie van Trente (1545-1563) opgelegd

Parochieregisters werden formeel ingevoerd in Engeland en Wales op 5 september 1538, kort na de formele splitsing met Rome in 1534, toen Thomas Cromwell , eerste minister van Hendrik VIII , die optrad als zijn vicaris-generaal , een bevel uitvaardigde dat in elke parochie van de Kerk van In Engeland worden registers bijgehouden van alle dopen, huwelijken en begrafenissen. 

In 1611 door de aartshertogen Albrecht en Isabella in onze contreien door het “Eewich Edict”  juridisch gesanctioneerd.

XX.

Ende gelijcker dickwils overcommen difficulteyten om te bethoonen den ouderdom, tydt van houwelijck, ende doot van de persoonen, t’zy om promotie totte geestelijcke orden, versieninghe van beneficiën, oft weerlijcke officiën, restitutiën in integrum, ende andere ghelijcke saecken, hebben gheordineert ende ordineren by desen aende schepenen ende andere wethouders, zoo wel van de steden als dorpen, dat zy jaerlijcx lichten het dobbel gheautentiqueert tegen de registers van de doopselen, houwelycken ende begraefenissen, die yeder pastoor der voorseyde plaetsen zal ghehouden hebben van de ghene die geduerende t’voorseyde jaer in zijn prochie zullen geschiet zijn, de welcke den voorseyden pastoor zal ghehouden wesen hen te gheven, ende zullen zy daer van goede getrouwe bewaernisse doen doen in heure archiven, willende daerenboven dat de wethouders van de dorpen doen maecken een tweede dobbel van de voorseyde registeren, ende t’zelve seynden inde greffie van de steden, bailliuwagiën, casselryen, gouvernanciën ende andere hooghe bancken van hun ressort, om aldaer bewaerdt te worden. Alles op arbitraele pene jegens de ghene die in ghebreke zullen blyven, ordinerende voirts dat aende voorseyde registeren ende dobbele van dyen gants ende gheheelijck worde gelooff ghegeven, zonder dat van noode zy aen partyen eenigen voorderen thoon te doene.

 Door Maria-Theresia van Oostenrijk in een edict van 6 augustus 1778 nogmaals als een verplichting opgelegd. 

Artikel I
De Pastoors, Onder-Pastoors, ofte Deservitores der Parochiale Kercken gelegen binnen den Omtreck van ons Gebiedt in de Nederlanden, sullen sig jaerelycxc moeten voorsien van twee Registers in ’t witte*, bequaem, om daer inne te schryven de acten van Doopsels, Houwelycken ende Begraeffenissen dewelcke jeder jaer sullen voorvallen in hunne respective Parochien; welcke registers jeder sullen worden verdeylt in dry deelen, waer van het een sal dienen voor de acten van Doopsels; ’t andere voor de gene van Houwelycken, ende ’t derde voor de gene van Begraeffenissen.

Noot *
Met opzet onbedrukt of onbeschreven gelaten (deel van een) pagina. In het wit(te), onbedrukt, onbeschreven. (Bron: Woordenboek der Nederlandse taal, WNT )

De registers van de burgerlijke stand

Ingevoerd sinds de Franse Republiek

17/06/1796: invoering van de burgerlijke registers voor geboorten, huwelijken en sterftegevallen (wet van 29 prairial IV)